Uit het voorlopige onderzoek van de politie blijkt dat het slachtoffer en drie andere jongens die in de omgeving van de Oost-Wesverbinding km 136 woonachtig zijn, zich naar de rivier hadden begeven om te zwemmen. Op een bepaald moment gingen de drie andere jongens uit het water om vervolgens zittend op enkele houtblokken een vrucht te eten, terwijl S.M. alleen nog zwom. 

Op camerabeelden is te zien hoe de jongen enkele keren van de houten brug in het water sprong en bij de laatste keer niet meer boven water is gekomen. De drie andere vrienden die hem niet meer in de rivier zagen, dachten dat S.M. reeds uit het water was. Nadat zij hem nergens konden vinden, schakelden zij de politie in. Op aanwijzing van één van de vrienden deed de politie het woonadres van S.M. aan die ook niet thuis bleek te zijn. Zonder toestemming van de moeder had de jongen de woning verlaten.